25 september 2013

Gnosis en mijn god - deel I

Gnosis en mijn god

I. gnosis

Vanaf mijn tienerjaren voelde ik dat de boze en straffende God die genoemd werd in de kerkdienst niet mijn God kon zijn. Als 12 jarig jongetje sprak ik met een eigen God die in weinig leek op de God van de kerk waarin ik zat. Ik kon me toen al een liefdevollere god voorstellen maar voelde me lange tijd eenzaam in de beleving hiervan.




Ik heb meer dan 30 jaren als verpleegkundige gewerkt, op zoek naar die liefdevolle beleving samen met anderen. Dat is me, zeker in de beginjaren, niet in dank afgenomen. Patiënten en verpleegkundigen hadden niets in te brengen en dienden te gehoorzamen. Langzaamaan heb ik een verandering zien gebeuren waaraan ik, met veel vallen en opstaan, mijn deel heb bijgedragen. De vele teleurstellende en onthutsende ervaringen hebben me niet ontmoedigd en zeker in de laatste jaren heb ik vele mensen in hun pijn en lijden kunnen bijstaan zodat ze hier op de door henzelf gewenste manier mee om mochten gaan. Wat me daarbij opviel was dat vele stervende patiënten heel goed weten wat ze willen maar dat de omgeving vaak niet luistert of er geen gehoor aan geeft, ook voorbijgaand aan hun eigen gevoel en verdriet. De stervende is dan niet bij machte om het eigen verrassend open idee over dood gaan alléén voor elkaar te krijgen en sterft alsnog in, vaak door alle betrokkenen ongewild, lijden.




Het heeft bijna 30 jaren geduurd voordat ik me in het verhaal van de Katharen volledig kon herkennen en ik de laatste twijfel van me af ging werpen. In het begin verwonderde ik me nog over de vele tegenstrijdigheden die ik te lezen kreeg over de gnostiek. Afschrikwekkende verhalen met woorden als vals, ketters en bedriegend en met voorbeelden van orgiën, magische geheimen en aanbidding van vreemde voorwerpen e.d. leek gnostiek ook kanten te hebben die mij niet aanspraken. Toch bemerkte ik bij mijzelf een versterkend gevoel van ongeloof in die niet passende verhalen. Voor het eerst in mijn leven durfde ik volledig te vertrouwen op dit gevoel en door te gaan met mijn zoektocht. Langzaamaan werd me duidelijk dat ik beter naar de bron, de herkomst van het verhaal over gnostiek moest gaan kijken. Toen werd mij het geheel duidelijk: de overwinnaar schrijft de boeken en verhalen. En de Katharen en gnostici hadden vele boeken dus niet zelf geschreven…Er ging een lichtje bij me branden.




Het eerste boek dat mij op het spoor van de betekenis van de gnostiek voor mijzelf bracht is het boek: de Verborgen Dimensie van Engelien Scholtes. Daarin las ik o.a. de uitspraak van Jung over de noodzaak tot bewustwording en het leren kennen van het Zelf. Ook noemt hij het herstellen van je relatie met de natuur. Hier las ik voor het eerst over het Goddelijke dat in ons leeft en begon mijn zoektocht naar de beleving van het innerlijke kennen. De weg van het labyrint, de weg van het hart.

In mijn omgeving kon ik in het begin met niemand praten over Gnostiek. Gelukkig stond mijn echtgenote hier wel voor open. Vanaf onze eerste kennismaking discussiëren we veel met elkaar en diepen we onderwerpen graag verder uit, zoekend naar niet door buitenaf opgelegde antwoorden. Ook over geloof en godsdienst, maar hierin stonden we lang tijd niet op een lijn.


Op het gebied van seks heb ik haar altijd aangespoord om hier, net als ik, open over te zijn, niets achter te houden. Door het delen van het gevoel dat seks bij ieder van ons oproept hebben we door de lange jaren heen de grenzen opgezocht en de door onze christelijke opvoeding opgeworpen beperkingen hierin langzaamaan losgelaten, zónder de liefde in de seks los te laten.

Het vasthouden aan de wezenlijke liefde in de seks, waar de verleiding tot alleen maar toelaten van de lichamelijke lust ogenschijnlijk groot is, maakt het voor mij waarschijnlijk gemakkelijker om ook in de verleiding van het dagelijkse leven die liefde niet uit het oog te verliezen.

Omgang met elkaar leg je niet op in groepsregels maar in het met elkaar onderzoeken van gemeenschappelijke overeenstemming waarin je als individu een eigen mening hebt die door de ander gerespecteerd wordt. Daarin is de seksuele relatie tussen mensen een hogere leerschool maar ook een ervaring van grote betekenis en mits in liefde volbracht een langdurige bron van energetische verrijking.



Gnosis en mijn god - deel II

II. mijn god



Ik ben vanaf mijn tienertijd, toen mijn ouders mij daar in vrij lieten, niet meer als gelovige naar de kerkdienst geweest. Wel naar het kerkgebouw uit mijn jeugd om daar mijn eigen god te bezoeken. Die zat daar ergens tegen het prachtige hoge plafond, ogenschijnlijk onaantastbaar ver weg, maar ergens gevoelsmatig toch dichtbij mij. Het heeft me, toen ik helemaal niet meer naar die kerk kon gaan (gesloten i.v.m. verval) lange tijd een verlaten gevoel gegeven.
Het hebben van een eigen god is lange tijd ook een verwarrend idee geweest omdat ik er met niemand over kon praten. Ik verloor mijn god een beetje uit het oog en niemand, ook ikzelf niet, herkende mijn eenzaamheid. Toen na 40 jaren de eenzaamheid mij bijna te veel werd keerde mijn god echter geheel onverwacht weer terug.

Ik heb in mijn jeugd altijd tijd gedacht dat ik ooit als boswachter zou gaan werken in de enorme bossen van het immens mooie en ruime Canada. Dat was mijn grote droom en ik was zelfs al aangenomen op het HBCS in Velp. Een paar weken voordat ik aan de opleiding zou beginnen zat ik in een auto die door een ongelukkige uitwijkmanoeuvre meerdere malen over de kop ging. Toen we over de kop gingen heb ik mijn leven in een flits voorbij zien gaan: echt alles wat tot dan toe gebeurd was en nog veel meer…



De auto waar we in gezeten hadden was tot een smal lang pakketje verschrompeld. Het was en is wonderbaarlijk dat ik het ongeschonden overleeft heb. Op de eerste röntgenfoto’s was duidelijk een fractuur in het atlas gewricht te zien. Ik moest doodstil in bed blijven liggen maar kon me met de beste wil van de wereld ook niet bewegen. Ik had vreselijke hoofdpijn en kon die nacht niet slapen. Het is een van de meest vreemde nachten uit mijn leven geweest. Toen er de volgende dag scanfoto’s werden gemaakt was de breuk verdwenen. De aanvankelijke flinke hersenschudding was ook weg en ik kon ineens weer uit bed opstaan en lopen.



Ik heb er nooit over nagedacht waarom ik zo snel weer ter been was. Er was echter nog een gebeurtenis die ik met niemand kon bespreken omdat er vreemde reacties volgden op mijn eerste vermeldingen hiervan. Ik heb het zijdelings rondtollen van de auto niet bewust meegemaakt, kan me er niets van herinneren. Er zaten nog geen veiligheidsgordels in de auto dus ik heb ook flink hard overal tegenaan gebutst. Het eerste dat ik me weer kan herinneren is dat ik gezien hoe ik over de bewusteloze bestuurder heen door het raampje van de bestuurdersportier uit het autowrak gekropen ben en in het gras ben gaan liggen, wachtend op hulp. Toen ik op de brancard getild werd was ik weer terug. Dit was voor mij onverklaarbaar en jarenlang heb ik gedacht dat ik het verzonnen had.


Ik hoefde al met al maar een paar dagen in het ziekenhuis te blijven ter observatie van een hersenschudding. Maar ik liep na de eerste nacht al vroeg rond te dwalen door het ziekenhuis. Daar ontdekte ik dat het werk dat verricht werd door de verpleegkundigen mij enorm aansprak. Ik melde me direct na thuiskomst af bij het HBCS en even snel aan bij de opleiding voor verpleegkundige. Een paar maanden later werkte ik als leerling in het ziekenhuis in Helmond om er ruim 30 jaar te blijven. Door het vele studeren en bijscholen verloor ik mijn interesse in het lezen van filosofische boeken.


Dit was een enorme wending in mijn leven en ik heb er vanaf het begin vaak bij stil gestaan dat dit niet mijn eigen keuze is geweest. Ik voelde me vaak niet gelukkig als verpleegkundige. Ik voelde me verraden en dacht dat ik van mijn bedoelde levenspad af geraakt was. Mijn droom om in alle vrijheid en ruimte te gaan werken in de bossen van Canada was uiteen gespat. Nu liep ik in een groot en kil gebouw op de meest onmenselijke uren werk te doen wat me helemaal niet gelukkig leek te maken. Ik aanvaarde mijn lot zo goed mogelijk, maar het werd zwaarder en zwaarder om dit vol te houden. Het enige dat me op de been hield was mijn begripvolle partner en het intense contact dat ik had met sommige patiënten. Toen ik 33 jaar was heb ik toch nog een keer een poging ondernomen om boswachter te worden maar dat was, ondertussen als gezinsvader van een prachtige dochter en zoon, financieel niet meer haalbaar.



Twintig lange jaren heb ik op mijn manier geprobeerd om de omstandigheden in mijn werk te veranderen. Ik heb vaak mijn hoofd gestoten omdat ik te veel of te snel wilde gaan. Het heeft me in die tijd veel energie gekost om de relatie met mijn collega’s overeind te houden. Ik heb in die tijd veel steun gehad van mijn collega en beste vriend Hans. Langzaam aan vond ik mijn rust en plekje in het ziekenhuis. Dat bleek op de nieuw op te zetten afdeling geriatrie te zijn. Daar vond ik eindelijk gehoor voor mijn ideeën over omgang met patiënten en het stimuleren van hun lichamelijke maar zeker ook geestelijke zelfredzaamheid. Ook mijn pleidooi om eerst onze eigen omstandigheden te verbeteren door goede hulpmiddelen en doelgerichte training werd gehoord. Ik had collega's gevonden waarmee ik met veel plezier kon bouwen aan een omgeving waarin iedereen zich goed kon voelen. Sommige collega's zijn hierin een grote inspiratiebron voor mij geweest, én nog. De tijdsgeest was eindelijk mét mij.

Na vele jaren ongeduldig zoeken vond ik, eerst ongemerkt, een beetje van het contact met mijn god terug. Ik herkende uiteindelijk die aanwezigheid in de interactie tussen mij en de oudere patiënten die mij raakten met hun levenswijsheid. Ik voelde me thuis en wist dat ik deze mensen kon helpen door mezelf te zijn. We konden elkaar een stukje op onze weg begeleiden door open te zijn en te luisteren. Ik heb veel geluisterd, waardoor ik ook regelmatig problemen had om mijn werk af te krijgen. Ik heb ook daar mijn weg in gevonden, maar met veel vallen en opstaan.



Ik wilde in die gesprekken graag ook wat terug kunnen zeggen en vond daardoor het plezier om boeken te lezen weer terug. Een van de eerste boeken die ik te lezen kreeg ging over een zoektocht naar de Graal. Het bracht mij tot inzicht dat ook ik op zoek was naar mijn Graal. Ik voelde me gesteund om te blijven zoeken en ik weet nu dat ik mijn eigen god altijd in, en dus ook bij, me heb. Ik sta er nooit meer alleen voor. Sinds ik me in de gnostiek herken is mijn eenzaamheid verdwenen.



Ook in de symboliek wordt ik hierin door ‘toevallige’ gebeurtenissen bevestigd. Bij de opening van de afdeling waar ik de laatste 10 jaren gewerkt heb (geriatrie - ouderenzorg) werd ik aangenaam verrast door de onthulling van een nieuw kunstwerk. Het bleek een modern beeld van de zwarte madonna met kind te zijn. Een afbeelding van Maria met Jezus, maar dan uit een tijd vér voordat Jezus geboren werd. Het is een eeuwenoude uitbeelding van de duisternis waarin het licht kan schijnen.



Ik liep vanaf dat moment bijna dagelijks meerdere malen langs dit fascinerende beeld af. Het sterkte mij in mijn geloof dat er een rode draad in mijn leven is. Daardoor heb ik steeds opnieuw de mogelijkheid om mijn eigen weg te gaan en wordt ik daarin geholpen en bevestigd. Weinige collega’s kenden de ware betekenis van het beeld. Niemand heeft mij ooit kunnen vertellen waarom juist dit beeld uitgekozen was. Gewoon omdat het mooi was? Maar het beeld was er altijd voor mij als bevestiging dat dit mijn eigen weg is en dat het goed is. Ik had het licht in de duisternis gevonden. Mijn eigen licht.


Alles leek ten goede te keren voor mij maar de vele jaren van zoeken en vechten en weerstanden overwinnen eisten toch hun tol. Ik bleek reumatische artritis te hebben en was steeds vaker erg moe. Te moe om te werken maar ook te moe om thuis mijn rol in het gezin goed te vervullen. Ik raakte uitgeblust en kreeg een burn-out. Uiteindelijk ben ik 5 jaar geleden mede daardoor arbeidsongeschikt geworden. Ik weet nu dat ik alle kennis en levenskracht die ik de afgelopen jaren opgedaan heb nodig heb om betekenis te kunnen geven aan mijn leven nu. Ik ben opgehouden met vechten en zorg eindelijk ook goed voor mezelf. Ik ben daardoor in mijn gezin weer een echtgenoot en vader waar op gebouwd kan worden, ondanks de reuma. De ziekte neemt niet af maar mijn leven is meer in balans dan ooit.



Ik zie nu dat ik dit werk als verpleegkundige nodig heb gehad om mezelf terug te kunnen vinden. Een lange, zware weg maar ook een met mooie lichtpuntjes die me uiteindelijk gemaakt heeft tot wie ik ben. Ik heb geleerd om te geven, ik heb veel gegeven. Maar ik heb ook dat dit pas echt werkt als ik eerst aan mezelf geef wat ik nodig heb. Ik weet nu dat ik ook veel gekregen heb in mijn leven. Dat heb ik nooit zo goed gezien maar het zit wel in mijn geweten. De gebeurtenissen in mijn leven heb ik een plaats gegeven, mijn geweten is ook weten in het nu geworden. Ik heb mezelf vergeven en kan dát wat geweest is loslaten. Wat op mijn weg komt is dát wat nodig is om mij te laten groeien zodat ik kan doen wat nodig is en wat mij gelukkig maakt.



Mijn collega en beste vriend is in 2001 overleden en begraven op het kerkhof bij ‘mijn’ kerk. Hij is, net als mijn god, altijd aanwezig, gevraagd én ongevraagd. Nog altijd voel ik op de meest onverwachte momenten zijn aanwezigheid en kracht.






De kerk uit mijn jeugd is sinds 2007 respectvol omgebouwd tot een prachtig gezondheidscentrum met 3 verdiepingen. Ik kom er nu weer regelmatig omdat mijn huisarts, fysiotherapeut, fitnessschool en apotheek er gevestigd zijn. Ik kan nu, al werkend aan mijn fysieke conditie, het prachtige dak, waar ik mijn eigen god voor de eerste keer ontdekte, van dichtbij bewonderen en zelfs aanraken…



Maar ik weet nu beter…ik weet nu waar ik mijn god, mijn licht in de duisternis, altijd kan vinden.



24 september 2013

De gedachteloze slaap

Loslaten,

De oudste zus van mijn vader gaat morgen sterven. Zij heeft hier zelf in alle vrijheid voor gekozen en in samenspraak met de door haar geliefde mensen heeft ze voor deze datum gekozen. Ze weet dat haar leven voltooid is. Verder leven is een onnodige lijdensweg voor haar. Samen met haar familie beleefd ze de laatste dagen van haar leven vol liefde en begrip.  



















Ze zal, na haar sterven, haar oudste broer weer ont-moeten die haar vorige week onverwacht vooraf is gegaan
















Sleep the 'Mindless Sleep' when your live is fulfilled. You will know by heart when your time is up. You don't have to be afraid of the dark when you learned to set 'Fire to you heart' in this life. Because it's this light of the heart that will keep the darkness away, both in this life and in the afterlife.


Slaap de 'Gedachteloze Slaap' als je leven is volbracht. Je hart zal weten wanneer je tijd is gekomen. Je hoeft niet bang te zijn voor de duisternis als je in dit leven geleerd hebt om je 'Hart in vuur en vlam te zetten'. Het is dit licht van het hart dat zorgt dat de duisternis weg blijft, zowel in dit leven als in het leven na de dood.
(bron: Gnosist)












Loslaten

Loslaten is doorgaan met liefhebben,
het is herkennen, dat een ander het zelf moet doen

Loslaten is mezelf open opstellen,
het is me realiseren, dat ik een ander in zijn volle waarde laat
Loslaten is ruimte geven, toestaan
dat de dingen gaan zoals ze gaan

Loslaten is machteloosheid ruilen voor acceptatie,
de uitkomst laten zijn zoals die komt
Loslaten is niet een ander willen veranderen,
maar onderzoeken hoe ik mijzelf anders kan opstellen
om zo het beste aan een ander te geven

Loslaten is niet zorgen voor, maar geven om een ander
Loslaten is niet uit handen nemen, maar ondersteunen
Loslaten is niet oordelen,
maar toestaan, dat de ander ook een bijzonder mens is
(net als ikzelf),
allebei met een eigen model van de wereld

Loslaten is niet proberen de uitkomst te regelen,
maar accepteren, dat de ander zijn eigen weg gaat
Loslaten is niet beschermen,
maar toestaan, dat de ander zijn eigen realiteit onder ogen ziet
Loslaten is inzien, dat de ander zich niet laat controleren,
maar dat ik alleen zelf kan streven naar degene die ik droom te zijn

Loslaten is minder bang zijn en meer liefhebben
(bron: http://www.jeongekendevermogens.nl/)

Loslaten is durven volledig mezelf te zijn
en vanuit die kracht mezelf
met compassie en overtuiging
in liefde met anderen te delen.

Loslaten is doorgaan op je eigen pad
en be-leven van wat is

Loslaten is niet bang zijn om te verliezen
maar blij zijn met dat wat geweest is
met dat wat je (samen) hebt be-leefd

Loslaten is niet alleen zijn
maar weten dat je altijd samen bent
Niet boven maar beneden
niet buiten maar binnen
Loslaten is Een zijn met alles

(toevoeging: Gnosist)


cogito ergo sum; de mens is zijn eigen god


( AUM als geheel staat voor de beleving van het oneindige, het kosmisch bewustzijn.)


19 september 2013

stamboom Tempeliers


stamboom
grootmeesters Tempeliers
1112-1121


1118-1131
1131-1150
1150-1153
1153-1170
1170-1171
1171-1179
1179-1184
1184-1190
1190

1190-1193
1193-1200
1200-1209
1209-1218
1218-1232
1232-1244
1291
1292-1314
1312

1314
Oprichting door de Paus, bestaat gedurende 9 jaar uit 9 ridders oa Hugo de Payens, Fulk d’Anjou, Godfried St.Omaars, Godfried van Bouillon? en andere Vlaamse edelen. 
Hugo de Payens x Catherine Saint Clair
Robert de Bourgogne
Bernard de Tremblay
Bertrand de Blanchefort
Janfeders Fulcherine (heeft afstand gedaan)
Francois Othon de Saint Amand
Theodore de Glais
Francois Gerard de Ridderfort
Afsplitsing door Priorij van Sion te Gisors, verschijning van de eerste Graal verhalen.
Robert de Sable
Gilbert Horal / Erail
Philippe de Plesis
Guillaume de Chartres
Pierre de Montaigu
Armand de Perigord (gedood in de Gaza woestijn)
Uitwijking naar Cyprus
Charles de Molay (laatste grootmeester van de Tempeliers)
Officiële opheffing van de Tempeliers door de Paus. De ridderorde gaat daarna ondergronds en wordt nog geheimzinniger dan de Priorij van Sion.
Charles de Molay (laatste grootmeester van de Tempeliers) sterft op de brandstapel, hij roept nog uit dat zijn veroordeelaars, Paus Clement en koning Philips de Schone hem in het zelfde jaar nog zullen volgen, wat daadwerkelijk gebeurt!
De enkele ontsnapte Tempeliers richten een nieuwe orde op, de Vrijmetselaars en bouwen met de machtige familie Sinclair 'de Rosslyn' kapel in Schotland. Ook nemen ze deel aan de tocht naar Nova Scotia.
In de 20 e eeuw pas wordt er, door toedoen van 2 onderzoekers, weer ruchtbaarheid gegeven aan het bestaan van de Heilige Graal.

Ark-des-Verbonds - Samen meer

Het woord 'Verbonds' staat voor de belofte van trouw aan God. Althans, zo staat het vermeld in het Nieuwe Testament.
God gaat deze belofte aan met Abraham en ieder 7 jaar wordt het Verbonds bevestigd door diens nakomelingen. Het Verbonds is vastgelegd op 2 stenen tafelen. Deze tafelen worden bewaard in de Ark des Verbonds, een kist uit Acaciahout  en van goud. Op de deksel staan 2 gouden Cherubijnen met vleugels. De Ark word gemaakt door Mozes en geplaatst in de Tabernakel, een noodkerkje.
  
De Ark werd door het volk van Israël beschouwd als het grootste Heiligdom. De Ark werd meegenomen met veldslagen en tussentijds bewaard en bewaakt in Sichem en Silo = Sjilo. Wie de Ark in bezit heeft is onverslaanbaar. Een ander voorbeeld is koning David. David was de tweede koning van de 10 stammen van Israël en de stam van Juda. David versloeg de Filistijnse reus Goliath.
Salomo (Salomon), de wijze koning (Salomonsoordeel) van Israël en Juda en zoon van David, bouwt op verzoek van zijn vader en van God zelf, in 7 jaar tijd de eerste heilige Tempel op de Tempelberg om zodoende een veilige eeuwige bewaarplaats te hebben voor de Ark des Verbonds, die tot dan toe bewaart word in Sjilo. In de Tempel wordt de Ark des Verbonds bewaakt door twee stenen Cherubs. Niemand, zelfs de koning zelf niet, heeft toegang tot de Tempel. Wie de Ark aanschouwt zal snel sterven......
   
   
Salomo wordt hevig verliefd op Makida, de koningin van Sheba (Seba), gelegen bij Aksoem aan de Nijl. Hij trouwt met haar en krijgt een zoon, Menelik (de Uitverkorene), die hij aanwijst als troonopvolger. De priesters erkennen Menelik echter niet omdat Makida niet tot hun volk behoort. Makida keert daarop met Menelik, die zij hernoemt tot David, terug naar Sheba, waar Menelik koning wordt. Salomo geeft uit verbittering de Ark des Verbonds mee, en laat een aantal trouwe priesters meegaan om het Joodse geloof te verkondigen in Sheba en om een nieuw Jeruzalem te laten bouwen, incl. een Tempel om de Ark in te bewaren. De volken van Israël wisten van niets.
De eerste Tempel zou 360 jaar blijven bestaan.
Salomo word opgevolgd door zijn zoon Rechabean, die een schrikbewind over het volk van Israël uitvoerd. De volken van Israël kozen daarop Jerobeam, de raadgever van Salomo, tot koning waardoor er een burgeroorlog uitbreekt tussen Israël en Juda.
650 v. Chr. Koning Manasse = Heidense leider  in Jeruzalem. Hij vermoord de meeste  profeten van Juda en verwoest Jeruzalem, incl. de door Salomo gebouwde heilige Tempel op de Tempelberg (580 v. Chr.?). Profeten beweren daarna dat de Ark des Verbonds verloren gegaan is.
Er wordt nog een nieuwe tweede Tempel gebouwd op de Tempelberg. Deze wordt in 70 na Chr. Verwoest en geplunderd door de Romeinen, die het aanwezige tempelgoud (én de Ark?) meenemen naar Rome. Daar blijft het tot aan de verwoesting van Rome door de Vandalen/ Visigoten. De Klaagmuur is een overblijfsel van die tweede Tempel.
Later wordt er op de Tempelberg door Islamieten een nieuwe tempel gebouwd, de Al Aksa moskee.
Op de vlucht voor Manasse, stichten de overlevende profeten een nieuwe derde Tempel in Elephantië, een eiland in Zuid Egypte, om daar de Ark des Verbonds in te verbergen.
650 v. Chr. tot 410 na Chr. blijft de Ark des Verbonds daar en wordt vereerd door volgers van Chnum.
Deze moeten echter vluchten naar Ethiopië (Tana meer / Tana Kiros) en blijven daar tot 1200 na Chr. Uiteindelijk is de Ark des Verbonds terechtgekomen in Aksoem, waar het door de Tempeliers bewaard wordt. Nog steeds wordt de Ark 24 uur per dag, dag in dag uit, bewaakt door een wachter, aangewezen als opvolger van Mozes en Aäron, met als enigste taak in zijn verdere leven om de Ark nooit uit het oog te laten. Een replica van de Ark wordt daar jaarlijks in een processie rondgedragen. De wachter blijft echter in het kasteel achter, omdat daar de echte Ark achter blijft?
1100 na Chr. veroveren de kruisridders (de Tempeliers) de Tempelberg. Vreemd genoeg stellen de Tempeliers alleen maar interesse ten toon voor de Tempelberg. Zij starten direct een zoektocht onder de Tempelberg, maar na jaren vruchteloos zoeken vertelt prins Lalibella van Ethiopië, die als troonopvolger verdreven was maar hoopte m.b.v. de Tempeliers weer op de troon te kunnen terugkeren, dat de Ark des Verbonds zich in Ethiopië bevind in Rohas, het latere Lalibella. Hier bevinden zich heden ten dagen nog kerken van de Tempeliers die in de rotsen onder de grond zijn gebouwd en waar vele symbolen van de Graal en de Ark te vinden zijn.
De Tempeliers hebben de Ark-des-Verbonds mogelijk meegenomen naar Zuid-Frankrijk en verborgen in de Langue d'Oc in de buurt van Rennes-le-Chateau. Dit was de voormalige hoofdstad van het Visigotische koninkrijk Rhedae / Razes. Deze Visigoten zouden daar in de buurt de enorme schat verborgen hebben die ze bij de verovering van Rome meegenomen zouden hebben.
Op dezelfde plaats vestigden de Tempeliers een orde die tot enorme bloei en rijkdom komt.
In 1314 worden ze echter verdreven en de overlevenden vluchtten naar Schotland. In 1446 word daar de Rosslyn kapel gebouwd met het exacte grondplan van de tempel van Salomo. Waarschijnlijk is daar de Ark-des-Verbonds verborgen gehouden. Recent wordt ook aangenomen dat de Tempeliers in Jeruzalem documenten hebben gevonden waarin het ware verhaal over de Ark staat vermeld. Dat document is natuurlijk een dreigbom onder het Christendom maar ook de kennis hoe je tot kracht en macht komt. 
  
 
  
 
Samen meer!
Maar wat als ik vertel dat de Ark-des-Verbonds symbool staat voor de verbinding tussen mensen onderling. Des te meer je verbonden bent met anderen, des te sterker sta je gezamenlijk. De kracht van het geheel, dat een symbool nodig had om duidelijk en tastbaar te zijn, wordt door de kerk verdraaid naar een verbond met een ontastbare God, die je sterk maakt als individu zolang je maar naar de wet van die God leeft en geen vrije wil toont. Als je diep naar jezelf durft te kijken voel je dat je die macht niet hebt, die krijg je pas als je een diep saamhorigheidsgevoel hebt met andere mensen, zeker als je die lief hebt en zij jou lief hebben.
Dan nog blijft een deel van wat hierboven geschreven staat overeind.
Er zijn nog steeds groepen, zoals de Vrijmetselaars die de oude symboliek gebruiken om leden tot een 'Verbonds' aan te zetten.
Zij kennen de kracht (en de macht) van het grote ge-Heel-Al.

De energiesystemen van Moeder Aarde.

De energiesystemen van Moeder Aarde.   Leylijnen (uiterlijke aardenergie)  en chakra’s (innerlijke energie) staan met elka...