25 september 2013

Gnosis en mijn god - deel II

II. mijn god



Ik ben vanaf mijn tienertijd, toen mijn ouders mij daar in vrij lieten, niet meer als gelovige naar de kerkdienst geweest. Wel naar het kerkgebouw uit mijn jeugd om daar mijn eigen god te bezoeken. Die zat daar ergens tegen het prachtige hoge plafond, ogenschijnlijk onaantastbaar ver weg, maar ergens gevoelsmatig toch dichtbij mij. Het heeft me, toen ik helemaal niet meer naar die kerk kon gaan (gesloten i.v.m. verval) lange tijd een verlaten gevoel gegeven.
Het hebben van een eigen god is lange tijd ook een verwarrend idee geweest omdat ik er met niemand over kon praten. Ik verloor mijn god een beetje uit het oog en niemand, ook ikzelf niet, herkende mijn eenzaamheid. Toen na 40 jaren de eenzaamheid mij bijna te veel werd keerde mijn god echter geheel onverwacht weer terug.

Ik heb in mijn jeugd altijd tijd gedacht dat ik ooit als boswachter zou gaan werken in de enorme bossen van het immens mooie en ruime Canada. Dat was mijn grote droom en ik was zelfs al aangenomen op het HBCS in Velp. Een paar weken voordat ik aan de opleiding zou beginnen zat ik in een auto die door een ongelukkige uitwijkmanoeuvre meerdere malen over de kop ging. Toen we over de kop gingen heb ik mijn leven in een flits voorbij zien gaan: echt alles wat tot dan toe gebeurd was en nog veel meer…



De auto waar we in gezeten hadden was tot een smal lang pakketje verschrompeld. Het was en is wonderbaarlijk dat ik het ongeschonden overleeft heb. Op de eerste röntgenfoto’s was duidelijk een fractuur in het atlas gewricht te zien. Ik moest doodstil in bed blijven liggen maar kon me met de beste wil van de wereld ook niet bewegen. Ik had vreselijke hoofdpijn en kon die nacht niet slapen. Het is een van de meest vreemde nachten uit mijn leven geweest. Toen er de volgende dag scanfoto’s werden gemaakt was de breuk verdwenen. De aanvankelijke flinke hersenschudding was ook weg en ik kon ineens weer uit bed opstaan en lopen.



Ik heb er nooit over nagedacht waarom ik zo snel weer ter been was. Er was echter nog een gebeurtenis die ik met niemand kon bespreken omdat er vreemde reacties volgden op mijn eerste vermeldingen hiervan. Ik heb het zijdelings rondtollen van de auto niet bewust meegemaakt, kan me er niets van herinneren. Er zaten nog geen veiligheidsgordels in de auto dus ik heb ook flink hard overal tegenaan gebutst. Het eerste dat ik me weer kan herinneren is dat ik gezien hoe ik over de bewusteloze bestuurder heen door het raampje van de bestuurdersportier uit het autowrak gekropen ben en in het gras ben gaan liggen, wachtend op hulp. Toen ik op de brancard getild werd was ik weer terug. Dit was voor mij onverklaarbaar en jarenlang heb ik gedacht dat ik het verzonnen had.


Ik hoefde al met al maar een paar dagen in het ziekenhuis te blijven ter observatie van een hersenschudding. Maar ik liep na de eerste nacht al vroeg rond te dwalen door het ziekenhuis. Daar ontdekte ik dat het werk dat verricht werd door de verpleegkundigen mij enorm aansprak. Ik melde me direct na thuiskomst af bij het HBCS en even snel aan bij de opleiding voor verpleegkundige. Een paar maanden later werkte ik als leerling in het ziekenhuis in Helmond om er ruim 30 jaar te blijven. Door het vele studeren en bijscholen verloor ik mijn interesse in het lezen van filosofische boeken.


Dit was een enorme wending in mijn leven en ik heb er vanaf het begin vaak bij stil gestaan dat dit niet mijn eigen keuze is geweest. Ik voelde me vaak niet gelukkig als verpleegkundige. Ik voelde me verraden en dacht dat ik van mijn bedoelde levenspad af geraakt was. Mijn droom om in alle vrijheid en ruimte te gaan werken in de bossen van Canada was uiteen gespat. Nu liep ik in een groot en kil gebouw op de meest onmenselijke uren werk te doen wat me helemaal niet gelukkig leek te maken. Ik aanvaarde mijn lot zo goed mogelijk, maar het werd zwaarder en zwaarder om dit vol te houden. Het enige dat me op de been hield was mijn begripvolle partner en het intense contact dat ik had met sommige patiënten. Toen ik 33 jaar was heb ik toch nog een keer een poging ondernomen om boswachter te worden maar dat was, ondertussen als gezinsvader van een prachtige dochter en zoon, financieel niet meer haalbaar.



Twintig lange jaren heb ik op mijn manier geprobeerd om de omstandigheden in mijn werk te veranderen. Ik heb vaak mijn hoofd gestoten omdat ik te veel of te snel wilde gaan. Het heeft me in die tijd veel energie gekost om de relatie met mijn collega’s overeind te houden. Ik heb in die tijd veel steun gehad van mijn collega en beste vriend Hans. Langzaam aan vond ik mijn rust en plekje in het ziekenhuis. Dat bleek op de nieuw op te zetten afdeling geriatrie te zijn. Daar vond ik eindelijk gehoor voor mijn ideeën over omgang met patiënten en het stimuleren van hun lichamelijke maar zeker ook geestelijke zelfredzaamheid. Ook mijn pleidooi om eerst onze eigen omstandigheden te verbeteren door goede hulpmiddelen en doelgerichte training werd gehoord. Ik had collega's gevonden waarmee ik met veel plezier kon bouwen aan een omgeving waarin iedereen zich goed kon voelen. Sommige collega's zijn hierin een grote inspiratiebron voor mij geweest, én nog. De tijdsgeest was eindelijk mét mij.

Na vele jaren ongeduldig zoeken vond ik, eerst ongemerkt, een beetje van het contact met mijn god terug. Ik herkende uiteindelijk die aanwezigheid in de interactie tussen mij en de oudere patiënten die mij raakten met hun levenswijsheid. Ik voelde me thuis en wist dat ik deze mensen kon helpen door mezelf te zijn. We konden elkaar een stukje op onze weg begeleiden door open te zijn en te luisteren. Ik heb veel geluisterd, waardoor ik ook regelmatig problemen had om mijn werk af te krijgen. Ik heb ook daar mijn weg in gevonden, maar met veel vallen en opstaan.



Ik wilde in die gesprekken graag ook wat terug kunnen zeggen en vond daardoor het plezier om boeken te lezen weer terug. Een van de eerste boeken die ik te lezen kreeg ging over een zoektocht naar de Graal. Het bracht mij tot inzicht dat ook ik op zoek was naar mijn Graal. Ik voelde me gesteund om te blijven zoeken en ik weet nu dat ik mijn eigen god altijd in, en dus ook bij, me heb. Ik sta er nooit meer alleen voor. Sinds ik me in de gnostiek herken is mijn eenzaamheid verdwenen.



Ook in de symboliek wordt ik hierin door ‘toevallige’ gebeurtenissen bevestigd. Bij de opening van de afdeling waar ik de laatste 10 jaren gewerkt heb (geriatrie - ouderenzorg) werd ik aangenaam verrast door de onthulling van een nieuw kunstwerk. Het bleek een modern beeld van de zwarte madonna met kind te zijn. Een afbeelding van Maria met Jezus, maar dan uit een tijd vér voordat Jezus geboren werd. Het is een eeuwenoude uitbeelding van de duisternis waarin het licht kan schijnen.



Ik liep vanaf dat moment bijna dagelijks meerdere malen langs dit fascinerende beeld af. Het sterkte mij in mijn geloof dat er een rode draad in mijn leven is. Daardoor heb ik steeds opnieuw de mogelijkheid om mijn eigen weg te gaan en wordt ik daarin geholpen en bevestigd. Weinige collega’s kenden de ware betekenis van het beeld. Niemand heeft mij ooit kunnen vertellen waarom juist dit beeld uitgekozen was. Gewoon omdat het mooi was? Maar het beeld was er altijd voor mij als bevestiging dat dit mijn eigen weg is en dat het goed is. Ik had het licht in de duisternis gevonden. Mijn eigen licht.


Alles leek ten goede te keren voor mij maar de vele jaren van zoeken en vechten en weerstanden overwinnen eisten toch hun tol. Ik bleek reumatische artritis te hebben en was steeds vaker erg moe. Te moe om te werken maar ook te moe om thuis mijn rol in het gezin goed te vervullen. Ik raakte uitgeblust en kreeg een burn-out. Uiteindelijk ben ik 5 jaar geleden mede daardoor arbeidsongeschikt geworden. Ik weet nu dat ik alle kennis en levenskracht die ik de afgelopen jaren opgedaan heb nodig heb om betekenis te kunnen geven aan mijn leven nu. Ik ben opgehouden met vechten en zorg eindelijk ook goed voor mezelf. Ik ben daardoor in mijn gezin weer een echtgenoot en vader waar op gebouwd kan worden, ondanks de reuma. De ziekte neemt niet af maar mijn leven is meer in balans dan ooit.



Ik zie nu dat ik dit werk als verpleegkundige nodig heb gehad om mezelf terug te kunnen vinden. Een lange, zware weg maar ook een met mooie lichtpuntjes die me uiteindelijk gemaakt heeft tot wie ik ben. Ik heb geleerd om te geven, ik heb veel gegeven. Maar ik heb ook dat dit pas echt werkt als ik eerst aan mezelf geef wat ik nodig heb. Ik weet nu dat ik ook veel gekregen heb in mijn leven. Dat heb ik nooit zo goed gezien maar het zit wel in mijn geweten. De gebeurtenissen in mijn leven heb ik een plaats gegeven, mijn geweten is ook weten in het nu geworden. Ik heb mezelf vergeven en kan dát wat geweest is loslaten. Wat op mijn weg komt is dát wat nodig is om mij te laten groeien zodat ik kan doen wat nodig is en wat mij gelukkig maakt.



Mijn collega en beste vriend is in 2001 overleden en begraven op het kerkhof bij ‘mijn’ kerk. Hij is, net als mijn god, altijd aanwezig, gevraagd én ongevraagd. Nog altijd voel ik op de meest onverwachte momenten zijn aanwezigheid en kracht.






De kerk uit mijn jeugd is sinds 2007 respectvol omgebouwd tot een prachtig gezondheidscentrum met 3 verdiepingen. Ik kom er nu weer regelmatig omdat mijn huisarts, fysiotherapeut, fitnessschool en apotheek er gevestigd zijn. Ik kan nu, al werkend aan mijn fysieke conditie, het prachtige dak, waar ik mijn eigen god voor de eerste keer ontdekte, van dichtbij bewonderen en zelfs aanraken…



Maar ik weet nu beter…ik weet nu waar ik mijn god, mijn licht in de duisternis, altijd kan vinden.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De energiesystemen van Moeder Aarde.

De energiesystemen van Moeder Aarde.   Leylijnen (uiterlijke aardenergie)  en chakra’s (innerlijke energie) staan met elka...