Wat is er toch gebeurd met de onderlinge familieband. Tot voor kort, zeg maar tot enkele decennia voor de eeuwwisseling, bleven kinderen nog vaak in de buurt (wijk) van hun ouders wonen.
Zo ontstonden wijken waar vele bewoners door de tijd heen familie van elkaar waren; broers, zussen, neven, nichten, enz.
Ons kent ons want ergens leken ze op elkaar en deden ze dezelfde dingen.
Deze families vormden stevige banden ( clan, bond) met elkaar.
Ze werkten en aten met elkaar. Ze buurten en wisselden kennis en kunde met elkaar uit. Ze wisten wie wat mankeerde en hielpen elkaar, belangeloos, wánt familie van elkaar.
Zeker in geval van nood hielpen ze elkaar; bij ziekte, werkeloosheid, armoede. Niemand werd aan het eigen lot overgelaten.
Uiteraard waren er ook meningsverschillen en konden clans onderling ook flink ruziën.
Maar de band was sterk en de hulp binnen handbereik; altijd!
Die band is nu, amper een decennium ná de eeuwwisseling (die zoveel goede beloofde) helemaal weg. Kinderen wonen niet meer in de buurt van hun ouders, zelfs niet in de buurt van elkaar.
Familiebanden zijn verdwenen. In de meeste buurten en wijken kennen mensen elkaar helemaal niet meer. Kinderen kennen elkaar niet meer omdat ze zo ver uit elkaar wonen!
Het is de overheid gelukt om familiebanden in buurten binnen 25 jaar tijd helemaal kapot te maken.
Dat kon ook omdat de overheid de zorgzame maatschappij had opgezet waarin de overheid alle zorg van ouders voor hun kinderen en vice versa had overgenomen. Kinderen konden rustig ver bij hun ouders vandaan gaan wonen; de overheid had de zorg overgenomen. Ook ouders konden hun kinderen eerder en verder loslaten. Iedereen kon terugvallen op steun van de overheid. Zeker bij problemen.
En nu haalt de overheid in sneltreinvaart, iedere hulp en zorg, vanuit de overheid gestuurd, weg en kunnen mensen het ineens allemaal zelf uitzoeken. Meedogenloos worden grote groepen Nederlanders aan hun lot over gelaten op allerlei gebied, zoals; financieel, arbeid, zorg, onderwijs, ontspanning, mobiliteit, voeding, vermaak. Allemaal zaken die mensen voorheen in hun eigen buurt konden vinden binnen de grote familieband.
Maar de band tussen ouders en kind is grotendeels verdwenen. Laat staan de band tussen familieleden onderling; deze is verleden tijd.
In de buurten wordt zelden nog gezellig gebuurt; ze kennen elkaar amper.
Je buren ken je amper!
De buurt zoals deze functioneerde als helpende hand bestaat niet meer.
En nu zegt de overheid dat mensen in buurten elkaar weer belangeloos moeten gaan helpen, net als vroeger gewoon was.
Ze noemen dat vrijwillige hulp.
Maar de voorwaarde voor deze belangeloze hulp was juist die onderlinge band, die ze de afgelopen decennia bewust hebben laten verdwijnen.
Pas als die band weer terug is en kinderen weer bij hun ouders in de buurt blijven wonen zullen buren en buurten elkaar weer belangeloos gaan helpen, als vrijwilliger.
En hiermee zeg ik niet dat alles vroeger beter was, buurten konden mensen met nieuwe ideeën ook tegenhouden en mensen verstikken. Daar was het conservatisme vanuit de kerk ook schuld aan, en die is gelukkig óók grotendeels uit vele wijken verdwenen.
Maar die cruciale familieband was wel beter dan nu!
Laat daar maar eens goede beleidsmakers op los!
MarioK
20160311
Geen opmerkingen:
Een reactie posten